Detail

TitelSchepenbank van 's-Hertogenbosch
Periode1366-1811
Omvang en Medium356 meter
OpenbaarheidOpenbaar
ToegangSchepenbank van 's-Hertogenbosch, 1366-1811

'Fichier Smulders' [indices Bossche Protocollen 1367- september 1501]
InventarisDownload Schepenbank van 's-Hertogenbosch, 1366-1811
Download 'Fichier Smulders' [indices Bossche Protocollen 1367- september 1501]
 

  •  Inleiding
    • Voorlopige inventaris van het Archief der schepenbank van 's-Hertogenbosch waarbij gevoegd dat der Hooge Vierschaar van 's-Hertogenbosch

      De schepenbank werd in het jaar 1184 ingesteld, zij bestond oorspronkelijk uit 5, sedert 1260 uit 7, sedert 1525 uit 9 leden en werd jaarlijks met Bamis vernieuwd.

      Sedert het reglement van Hun Hoog Mogenden [de Staten-Generaal] d.d. 31 maart 1662 (nader gearresteerd op 1 maart 1664) moeten 7 schepenen zitten over de criminele zaken, 5 schepenen over de civiele en pachtersprocessen, tot de appointementen en decreten in zaken van importantie en tot het decerneren van commissarissen over rekeningen. De acten van vrijwillige rechtspraak worden voor twee schepenen verleden.

      De schepenen worden bijgestaan door de griffier, wat de con- tentieuse rechtspraak aangaat, door de secretarissen, wat de voluntaire rechtsbedeling betreft en door een aantal gezworen klerken, waarvan een de rol houdt en dus rollier geheten wordt. 

      Er zijn twee officiën, dat van de hoogschout, wien de correctie der criminele feiten, binnen Stad en Meierij begaan, gecommitteerd is en dat van den laagschout, die kennis neemt van alle civiele zaken, die geschieden binnen de Stad en Vrijdom. Deze ambten zijn in een persoon, den Hoog- en Laagschout, verenigd, die echter een stadhouder heeft.

      De volgende ambtenaren worden nog gevonden:

      • Drie groenroeden, waarvan de oudste bijzondere verplichtingen heeft. Zij exploiteren alleen binnen de stad en haren vrijdom en ook aan poorters, waar ook gevestigd. Zij vertonen bij de uitoefening hunner functie de groene roede. Zij geven relaas uit hun register aan hen, die recht zoeken.
      • Een ingebieder, die plaatsvervangers kan hebben. Hij exploiteert in zaken, die ten ingebod staan of vermogens beschrijf- brieven van schepenen voor hen getrokken worden. Hij ageert dus steeds buiten de stad en haren vrijdom en wel buiten de staten- dorpen der Meierij alleen bij weigering der betreffende vorsters. Hij berijdt een wit paard en vertoont een roode roede. Hij ageert op schriftelijke authorisatie, waarvoor ook gelden de besloten beschrijfbrieven, mits van adres en van het stadszegel ad legata voorzien. Hij geeft als boven relaas uit aan den eischer. De mandementen (van committimus) van den Raad van Brabant worden door een deurwaarder betekent.

      De bepalingen omtrent de rechterlijke macht in de Staatsregeling van 1798 bleven zonder gevolg. De plaatselijke rechtbanken bleven op den zelfden voet in wezen, én wat rechtsgebied betreft én wat de competentie aangaat. 

      Anders werd dit ten gevolge der Staatsregeling van 1801. Krachten het dientengevolge tot stand gekomen departementaal reglement werden de bestaande banken in wezen gelaten als civiele rechtbanken. Behalve de judicature in civiele zaken en in straf- zaken, voorzoover de straffen in enkele geldboeten bestonden, bleef de bank in het bezit der vrijwillige rechtspraak. 

      De leden werden benoemd door het Departementaal Bestuur, dat evenwel alleen ingeval van noodzakelijkheid anderen zou mogen kiezen dan de leden der gemeentebesturen. Het appèl bleef als van ouds geregeld, behalve dat het thans geschiedde aan het departementaal gerechtshof.

      In den loop der maand april 1803 werd de nieuwe rechtbank geïnstalleerd.

      Bij Decret Imperial dd. 8 november 1810 werden ten gevolge der alsdan nieuw georganiseerde rechtsbedeling met ingang van 1 januari 1811 alle bestaande rechterlijke autoriteiten gesupprimeerd; het duurde evenwel tot 11 juni 1811 voor de leden van het Tribunal de Ière instance te 's-Hertogenbosch geïnstalleerd werden en hierdoor het vroegere rechtscollege feitelijk ophield te bestaan.

      Vroeger kwam de hoofdverdeling der stukken in die van contentieusen en die van voluntairen aard ook uit in de plaats van bewaring. Rechts van de vestibule, aan de kant van de Markt had men de Griffie. In dit vertrek stonden verschillende kasten, waarin de processtukken, de rollen en andere boeken, die tot de griffie behoorde, bewaard werden. Elke procureur had aldaar zijn fodelle, zijnde een kastje, waarin de stukken van een proces, dat nog niet voldongen was, geborgen werden; ook de rollier had aldaar een kast.

      Links van de vestibule aan de kant van de Markt had men de secretarie, in welke een grote kast was, waarin de registers, die tot de secretarie behoorden, bewaard werden. Echter geloof ik, dat deze registers op de administratie der stad betrekking hadden, terwijl de stukken der voluntaire rechtspraak eerder in de protocolkamer, achter genoemd vertrek gelegen, geplaatst waren. Met name was dit het geval met de zogenaamde secretari- ele of Boschprotocollen en met de notariële protocollen.

      Voor de inventarisatie is vroeger niet veel gedaan. In 1732 werd door Daniel Bruynsma een lijst der archieven vervaardigd (no. 556 van den inventaris van Van Zuylen?).

      Nadien schijnt het "in ordre dirigeeren" slechts op de materiële verzorging der banden geslagen te hebben. In 1760 werd een gedeelte der oudere processtukken naar een vertrek der 2e verdieping "de oude griffie" overgebracht.

      Tot overname der archieven der vroegere rechterlijke lichamen in het arrondissement 's-Hertogenbosch en overbrenging ter griffie van het Tribunal de Ière instance te 's-Hertogenbosch werd op 1 augustus 1811 een speciale commissaris benoemd. De inventaris, die gelijktijdig moest worden opgemaakt, is verdwenen. Overigens werd de maatregel, wat 's-Hertogenbosch aangaat, zeer onvolledig uitgevoerd.

      Omstreeks 1845 vervaardigde Hansse, een klerk der Arrondissementsgriffie, drie inventarissen van het overgenomen gedeelte, betreffende de archieven der schepenbank, der Hooge Vierschaar en een gedeelte der notariële archieven.

      In het jaar 1866 werd door Mr. Sassen, toenmalige stads- secretaris, een summiere inventaris vervaardigd van het gedeelte, dat ter secretarie was achtergebleven, voor zover dit uit voor de hand liggende stukken bestond. Deze inventaris is oppervlakkiger en onbetrouwbaarder dan die van Hansse.

      In het jaar 1882 nam de Rijksarchivaris de stukken der schepenbank en der Hooge Vierschaar van de Arrondissements- griffie over; in 1890 volgde hierop de overname van het Gemeentebestuur van het rechterlijk gedeelte, voor zover op den inven- taris Sassen vermeld, terwijl in het jaar 1905 van den notaris-

      bewaarder der notariële protocollen, de protocollen der Bossche notarissen werden overgenomen. In 1915 volgde ten slotte de overname van eene groote hoeveelheid losse stukken, die sedert ter secretarie waren gevonden.

      Voor de verschillende bijzonderheden van voorwoord en toelichtende bijschrijften zijn geraadpleegd de archiefverslagen over de jaren 1882, 1890, 1902, 1904 en 1905, de verzameling Costuymen van 's-Hertogenbosch en "De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch door Jhr. Mr. A.F.O. van Sasse van Ysselt; IIIde deel fol. 464 seq.

  •  Citeerinstructie: NL-HtSA Archiefnummer 0014 Schepenbank van 's-Hertogenbosch, 1311-1811, inv. nr. ...
  • Hele toegang

    • Hele toegang